Periscope life
Een tot op heden 'onbehandeld' album in deze blog-reeks is 'Periscope Life'. Ook in de Kayak-biografie, die september j.l. verscheen ter gelegenheid van ons 40-jarig jubileum, komt dit album naar verhouding wat minder aan bod. Maar er valt natuurlijk best nog wat over te vertellen, alleen al om dat de opnames in Amerika plaatsvonden. Amerika, Amerika, zult u zeggen, dat ligt toch aan de andere kant van de Atlantische Oceaan? Je vliegt toch niet? Hoe...met de boot? Nee, de overtocht ging wel degelijk per vliegtuig. De details zal ik u besparen. Maar de terugvlucht Los Angeles-Amsterdam in 1979 was wel mijn laatste vliegreis ooit- tot nu toe dan.
Na het grote succes van 'Phantom of the Night' kregen wij in 1979 van Phonogram de kans om het nieuwe album in Amerika op te nemen. Niet alleen omdat we na alle haast traumatische ervaringen in de toen net opgeleverde Hilversumse Wisseloord studio's bepaald niet stonden te popelen om daar weer een half jaar voornamelijk te tafelvoetballen. We kregen die mogelijkheid ook omdat Phonogram in de veronderstelling verkeerde, dat een opname in Amerika ons dichterbij het toen nog steeds zo lonkende internationale succes zou kunnen brengen. We weten nu dat het geen zak geholpen heeft, maar ik had die twee maanden desalniettemin niet willen missen.
Voor de goede orde: wij waren de eerste band die in Wisseloord een heel album opnamen en kregen daarbij alle soorten kinderziektes en opstartproblemen cadeau. Het is nu al vele jaren een fantastisch en uitermate professioneel studio-complex waar ik nadien vaak en met veel plezier heb gewerkt.
Dat de muzikale insteek van PL dezelfde was als die van het platina album is natuurlijk niet zo heel vreemd. We waren die richting in 1978 al ingeslagen met 'Phantom of the Night', zonder succesgarantie vooraf- zoals elk album, eigenlijk. Als je de wind dan ineens wel mee hebt, ligt het tamelijk voor de hand om niet al te veel van koers te gaan veranderen- als we dat al hadden gekund. Het album bevat zelfs nog wat meer 'reguliere' popliedjes dan 'PotN' en is weer iets minder symfonisch.
Goed. Wij dus op naar Los Angeles, hartverwarmend en zeer collegiaal uitgezwaaid door de groep Earth & Fire en toetsenman Rick van der Linden. Zij waren daartoe opgetrommeld door ons aller manager Frits Hirschland die er een leuke promotie-foto inzag voor de pers. Behalve de band en producer John Tilly gingen er zelfs ook nog geluidstechnici van de live-crew mee, allemaal in optocht achter onze manager aan, die- zo bleek later aan de hand van de tickets- de Kayak overtocht had geboekt via het ons onbekende reisbureau Gay Travels. What's in a name, zal ik maar zeggen.
Dat verklaart ook vermoedelijk waarom ze bij de Amerikaanse douane toch wel extra aandacht aan ons vrolijke gezelschap besteedden, zeker toen ze in de gaten kregen dat niemand afzonderlijk voldoende cash geld bij zich had om voor toerist te kunnen doorgaan. Dat benodigde geld zat namelijk (zoals gewoonlijk, en ook nooit voor lang) virtueel in de portefeuille van onze manager. Hij had ons van te voren op het hart gedrukt bij de douane vol te houden dat we vooral niet naar de VS kwamen om te WERKEN. Dit hield weer verband met de strenge Amerikaanse vakbondsregels, die eisten dat er in dat geval ook stante pede een Amerikaanse gezelschap richting Nederland moest afreizen om zo het danig ontwrichte economische evenwicht tussen de beide landen weer te herstellen. Ook wist geen enkel bandlid precies waar we heen gingen. Ja, Los Angeles, maar dat is best groot. Toen de douane er na wat opgetrokken wenkbrauwen toch van overtuigd raakte dat we slechts geld kwamen UITGEVEN in hun land, mochten we gelukkig door.
Eenmaal in Los Angeles aangekomen namen we onze intrek in twee grote appartementen aan de rand van Beverly Hills. In het ene resideerden de Scherpenzeeltjes (de 2 echtparen plus onze dochter Daphne), en in het andere vertoefde 'de rest'. Toen we ons geinstalleerd hadden en wat ons betreft dus wel konden beginnen, bleek echter dat de Cherokee Studio, waar onze opnames zouden plaatsvinden, in het geheel niet op de hoogte was van onze komst. De studio was zelfs volledig volgeboekt. Nou, bijna dan. Ze hadden nog wel ergens achter een soort stoffig inpandig provisorisch studio'tje waar we terechtkonden, maar ja, dat had ik thuis in Nederland ook al. Het leek me dat onze reis naar het land van de onbegrensde mogelijkheden niet zou moeten eindigen in een omgebouwd konijnenhok met een bandrecorder.
Een aantal paniektelefoontjes later bleek tot ieders opluchting per direct een andere gerenommeerde studio wel beschikbaar: de Village Recorder Studios. Daar waren albums van de Eagles en Fleetwood Mac opgenomen, dus dat moest toch zeker goed genoeg zijn voor Kayak. Wij blij, studio blij, Phonogram blij, kortom, iedereen blij. We konden aan de opnames beginnen!
Er werd wekenlang stevig doorgewerkt. Het enige uitstapje dat me nog helder voor de geest staat is een dagje naar Disneyland, en dat had ik best willen missen. Sommige bandleden zijn onder leiding van reisleider-annex-penningmeester Frits nog naar Las Vegas gegaan, maar dat was al helemaal niet aan mij besteed, dus ik bleef graag in LA achter om wat orkest-arrangementen af te maken. Verder is me weinig schokkends bijgebleven, behalve dan een heuse aardbeving die de studio en daarmee de bank waarop ik zat, met kracht heen en weer schudde. Ik dacht in eerste instantie dat mijn collega-bandleden een flauwe grap uithaalden, maar aangezien er niemand achter me bleek te staan begon ik te twijfelen. Toen de geluidstechnicus en ander studiopersoneel ons aanraadden meteen de studio uit te gaan, naar buiten, was duidelijk dat we hier met een heuse aardschok te maken hadden. De schade bleek weliswaar nihil, maar dat hadden we dan toch maar meegemaakt.
De zachte Californische nazomer werd uitermate nuttig besteed. Mijn 'Amerika' bestond voornamelijk uit het appartement, de weg naar de studio, de studio, en de weg terug. Alles verliep redelijk soepeltjes. Dat wil zeggen, tot de mix.
Omdat we nog niet helemaal klaar waren met de opnames, maar de platenmaatschappij het na twee maanden toch een beetje welletjes begon te vinden, namen we om het vliegtuig niet te hoeven missen ook studio 2 in gebruik voor de laatste overdubs. Tegelijkertijd werd in studio 1 begonnen met de mixage. Dat nu bleek een beetje overmoedig, want zal je altijd zien: precies als de tijd begint te dringen, gaat de apparatuur hinderlijk tegenstribbelen.
De opnames stonden op twee synchroon lopende 24-sporen tapes, en dat is prima, zolang het allemaal functioneert. Het vervelende echter was dat de tweede recorder zonder overleg had besloten slechts ten dele mee te werken. Omdat het niet altijd verkeerd ging, en de oorzaak van de problemen niet duidelijk aan een van de twee recorders te wijten was, werd er voor gekozen om dit ongemak voor lief te nemen in plaats van een nieuwe machine in huis te halen.
Niet alleen werd er in de linkerstudio nog opgenomen terwijl in de rechterstudio werd gemixed. Nee, de mix van het album werd ook nog in twee ploegen gedaan. De dag- en de nachtploeg, zeg maar. Er was echter slechts 1 hoofdtechnicus (Wayne Neuendorff), die dus bijna dubbele diensten draaide. Aan het eind van de rit was hij dan ook volledig uitgewoond en moet hij dol van vreugde zijn geweest dat die krankzinnige Hollanders eindelijk opgedonderd waren.
Producer John Tilly bleef nog een weekje om het album te masteren. Hierna verdween de lacquer (de vinyl moeder-plaat die als fysieke basis dient voor de productie-elpees) echter op mysterieuze wijze om na een intensieve zoekactie weer op te duiken in- of all places- de koelkast van de voormalige vriendin van gitarist Johan Slager. Veilig opgeborgen, maar enige tijd volstrekt onvindbaar voor de maatschappij die het album, nu het eenmaal toch gemaakt was, graag wilde uitbrengen. Maar dat is weer een heel ander verhaal.
Er bestaan beelden van ons Amerikaans opname-avontuur, dat uiteindelijk toch niet die zo door de platenmaatschappij gewenste buitenlandse succesen opleverde. De volgende plaat, Merlin, namen we dan ook maar weer gewoon in Nederland op.
Ton