Inspiratiebronnen
Iedere muzikant heeft zijn muzikale voorbeelden, helden zo je wilt, door wie hij of zij is beïnvloed of zelfs op het idee gekomen bent, om zelf ook iets in de muziek te gaan doen. En, inderdaad, ik ook. Misschien is het wel aardig om eens te vertellen waar zo mijn inspiratiebronnen liggen.
De eerste, echt grote muzikale openbaring deed zich bij mij voor in of rond 1964, met, wie anders dan The Beatles. Daarvoor was mijn belangstelling voor populaire muziek al wel enigszins aangestoken door artiesten zo divers als Anneke Gronloh, The Blue Diamonds en Vince Taylor, maar het echte vuur laaide pas op bij het horen 'She Loves You' en 'I Want to Hold Your Hand.' Nooit vergeet ik de eindeloos durende fietstocht naar platenzaak Ger De Roos aan de Stationsstraat in Hilversum om het singletje 'Twist and Shout' te gaan kopen (b-kant: 'Dizzy Miss Lizzy'). In die jaren, het was 1964, kwam je een platenzaak binnen, en als je twijfelde kon je je beoogde aankoop nog eens horen in een speciaal daartoe gebouwde, geisoleerde afluister-cel achter in de winkel.
Dat is nog eens iets anders dan nu: honderduizenden, zo geen miljoenen liedjes voor de grijp via Internet. Niet leuk? Volgende. De terugweg naar de platenspeler thuis legde ik zonder twijfel af in een tijd die voorheen voor onmogelijk werd gehouden. Kortom, ik begon me dus hevig voor popmuziek te interesseren, en maakte vanaf dat moment ook jarenlang, week in week uit, mijn eigen hitparades, gebaseerd op liedjes die ik op de radio (meestal Radio London) hoorde en waar mijn eigen smaak de enige graadmeter was: toen al werd pijnlijk duidelijk dat mijn favoriete muziek zelden de top van de werkelijke hitlijsten haalde. In het begin onderhield ik nog een bescheiden top-10, maar later ontaardde dat in een twee maal per week "verschijnende" top-100 (!!!). Iedereen zal begrijpen dat het huiswerk er enigszins bij inschoot, alleen het type-werk al moet me vele uren gekost hebben, die anders aan natuur- en scheikunde waren besteed. Belangrijke zaken gaan nu eenmaal voor. Ik heb die merkwaardige hobby jarenlang volgehouden, tot ca. 1970. Vanaf dat moment ging ik me zelf serieus bezig houden met het maken van popmuziek, en om nu jezelf in je eigen hitparade te zetten, dat ging zelfs mij wat ver.
Wie verschenen er zoal in die hitlijsten, destijds de TS-top-50 geheten? Veel hing natuurlijk af van wat de radio me voorschotelde. The Beatles, uiteraard. The Byrds, the Beach Boys, Jimi Hendrix, the Young Rascals, the Kinks, the Who, Manfred Mann, the Turtles- allen waren vaste en gewaardeerde bezoekers van mijn eigen hitlijst. En: die muziek vormde de basis van de manier waarop ik later zelf songs in elkaar ging knutselen.
Geen klassiek? Jawel, maar nogal oppervlakkig. Ik volgde (tussen het maken van mijn eigen hitparade en het min of meer bezoeken van de middelbare school door) met wisselende ijver pianolessen, maar echt mijn best deed ik niet en het kon me ook niet vreselijk boeien, tenzij ik zelf wat kon improviseren. Het notenlezen leed daar dan ook sterk onder, en die discipline heeft zich ook later nooit helemaal hersteld. Ik kan met enige moeite van blad lezen, ik kan het noteren, maar het houdt niet over. Klassiek, zeg maar, dat had nog wat tijd nodig. En dat heeft het nog steeds.
Maar wat heeft mij nu zoals beinvloed, geraakt en nooit meer losgelaten? Veel. Ik doe dus een noodgedwongen greep. Begin jaren zeventig hoorde ik een Amerikaanse zangeres, Judee Sill geheten, met een nummer getiteld 'Jesus was a Crossmaker'. Later kocht ik haar elpee, 'Heart Food', en hoewel niet eens alles daarop me kan bekoren, maakte zij met die zes, zeven andere nummers op mij een formidabele en onuitwisbare indruk, die me tot op de dag van vandaag bij is gebleven. Nummers als 'The Kiss' en 'The Donor' behoren wat mij betreft tot het allermooiste dat er ooit is gemaakt. De grote massa heeft ze nooit bereikt, maar haar manier van schrijven en zingen heeft me ernstig beinvloed, hoewel dat voor de gemiddelde luisteraar misschien zelfs niet zo heel duidelijk zijn. Vooral haar zangstijl (veelal gedubbeld, met vloeiende, melancholieke maar toch ook verrassende melodielijnen) vereist een bepaald stemgeluid en -gebruik, en binnen Kayak- mijn muzikale vehikel, zeg maar- was dat nu eenmaal niet echt voorradig. Bovendien hadden wij een zanger, en geen zangeres- een essentieel verschil. Haar muziek heeft veel religieuze boventonen, die me tot op een bepaald punt zeer aanspreken- dat wil zeggen, het mystieke element ervan. De wedergeboren christen in haar teksten zegt me persoonlijk wat minder. Maar Judee, die in 1979 na een veelbewogen leven naar verluidt gestorven is aan een overdosis heroine, heeft mij tot op het bot geraakt met haar muziek.
Die begin jaren zeventig waren vormden ook een belangrijk deel van de muzikale bagage die ik meenam op mijn eigen reis: ik moet natuurlijk de groep Yes noemen als grote inspiratie-bron voor ons allemaal uit die tijd. Zo wilden wij ook klinken! Dat viel trouwens veel critici ook op, bij de release van 'See see the sun'. Daarna bleken wij toch uit geheel ander hout gesneden te zijn dan onze Britse voorbeelden, want ondanks een aantal danig uitgewerkte kleine popsymfonietjes in ons repertoire beviel de korte afstand ons toch het beste. En ook die langere werken vallen op door een compactheid van ideeen waarmee andere bands zonder problemen een geheel album konden vullen. Kayak werd in het begin ook vergeleken met Genesis: ik had toen geen idee wie dat waren, maar we schenen er op te lijken.
Enige jaren later kwam Kate Bush voorbij. Wat minder indrukwekkend- en gelukkig voor Kate zelf ook minder tragisch- dan Judee, maar toch, ook overeenkomsten: 'The Man with the Child in his Eyes' toont een ongelooflijke combinatie van muzikale puurheid en tegelijk rijpheid. Ach, zo is er heel veel om op te noemen. Abba, ik durf het haast niet te zeggen- ook niet dat Bjorn en Benny met hun 'Chess' een belangrijke inspiratiebron vormden voor ons eigen latere Merlin en zeker Nostradamus. Daarna worden de hoogtepunten wat schaarser: Tori Amos was er zo een, die me ook herkenningspunten bood. Wel van wat kortere duur, misschien was het me toch iets te exhibitionistisch. Zo ook Alanis Morissette (voornamelijk wegens 'Ironic'. De laatste paar jaar kwamen daar Sarah McLachan en (ook dit durf ik in het bijzijn van fans amper hardop te zeggen) Avril Lavigne bij. Beiden aan een ander eind van het muzikale rock-spectrum, maar geweldige liedjes. Sarah doet me daarbij, ook qua stemgeluid, nog het meest aan Judee Sill denken. Avril schudde een paar jaar geleden op 'Let Go' de liefhebber van stevige rock en pakkende popmuziek in mij wakker.
Het zal inmiddels niemand ontgaan zijn: veel van mijn muzikale 'favorieten', en zeker die van de laatste 20 jaar, zijn vrouwen. Klopt. Geen idee waar dat in zit: ik merk iedere keer weer dat die met hun stem en liedjes iets in mij kunnen raken, wat de meeste mannen niet lukt. Maar goed- bovenstaande voorbeelden zijn een greep, en er ontbreken natuurlijk nog veel bands, zangers en componisten bij de opsomming hierboven, die me wel degelijk hebben beinvloed. Wellicht een ander keertje daarover.
Nog steeds geen klassiek? Jawel, jawel, maar toch...het uitzitten van een hele symfonie of opera valt me niet mee. Laat het maar in een paar minuten gebeuren- ik blijf iemand van de korte afstand, zodat ik vervolgens snel weer zelf aan de slag kan. En waarschijnlijk hoor ik in al die symfonieen ook maar een paar minuten die er voor mij echt toe doen, namelijk een thema of melodie zit waardoor je echt bij de strot wordt gegrepen. En voor minder heb ik waarschijnlijk geen geduld. Geen misverstand: vergeleken met al die muzikale reuzen voel ik mezelf als componist/muzikant een nietig kaboutertje, maar het gaat erom: doet het iets met je. Goed, een paar namen dan. Verdi, Puccini. Bach. Mozart.
Maar de laat-middeleeuwen en renaissance (en volksmuziek in het algemeen) vormen de periode waar ik het meeste mee heb. Daar zit ook weer die bepaalde puurheid in, die in later eeuwen verdween. Luister eens naar 'Marche de Ceremonie des Turcs' van Jean-Baptiste Lully. Symfonische rock uit de 17e eeuw! Aah... had IK dat maar geschreven...
Helaas. Ik moet het onder ogen zien: het lijstje werken dat ik NIET geschreven heb is voorlopig nog oneindig veel langer dan het lijstje waaronder mijn naam wel prijkt, dus dat betekent werk aan de winkel.
Ik moet gaan!
Ton