Coming Up For Air
Na twee rockopera’s zal begin 2008 dan weer een ‘gewoon’ Kayak album verschijnen. ‘Coming Up For Air’ wordt een cd zonder rode draad, met allemaal totaal verschillende liedjes, die elk een eigen verhaal vertellen.
Eerlijk gezegd was dat voor mij als tekstschrijver behoorlijk omschakelen. Bij Nostradamus en gedeeltelijk ook bij Merlin verkeerde ik in de luxe positie dat de heren componisten zich vaak aan MIJ moesten aanpassen! Terwijl ik lekker mijn creatieve ei kwijt kon en er zonder al te veel restricties heerlijk op los kon dichten, stonden zij voor de zware taak om mijn al dan niet poëtische hersenspinsels van fraaie muziek te voorzien. (Iets wat hen overigens uitermate goed is gelukt). Dit keer was het echter zogezegd ‘a different cookie’. Alle muziek was al klaar, in de meeste gevallen hadden de stukken ook al een titel en wat flarden tekst. Tja, en met een lichtelijk sarcastisch ‘veel plezier ermee’ worden ze dan op mijn bord gelegd. Weg vrijheid blijheid, want alles staat al vast: de melodie en het vaak ingenieuze rijmschema – liefst zoveel mogelijk, en als het even kan ook flink wat binnenrijm.
Deze keer kon ik niet terugvallen op een historisch verhaal maar zijn we – zoals vroeger – weer uitgegaan van kreten die Ton tijdens het componeren spontaan te binnen schieten. Om een voorbeeld te geven: “Dit nummer heet ‘The mask and the mirror’, en bedenk er maar wat bij”, zegt Ton dan. Jaaaa... dat was geen kattenpis. Bloed, zweet en tranen... Ik ben in een ernstige writersblock geraakt en heb zelfs even getwijfeld of ik ooit nog met iets fatsoenlijks op de proppen kon komen. Teksten op muziek moeten schrijven was nog maar de helft van het probleem. Er was ook de enorme uitdaging om niet in herhaling te vallen en niet dezelfde uitdrukkingen te gebruiken. Ik vergelijk het schrijven van Kayak teksten altijd met het oplossen van een 5-sterren cryptogram. Het is één groot gepuzzel.
Gelukkig zijn de 11 nummers die ik voorgeschoteld kreeg dermate sterk en inspirerend dat ik langzaam maar zeker weer uit mijn dip ben gekropen. Ik schrijf dit op het moment dat de laatste tekst eindelijk uit de printer is gerold. De inkt is nog nat, en ik moet zeggen dat ik heel erg tevreden ben. We hebben het weer gefikst! WE, want ik had het nooit gekund zonder mijn medetekstschrijver en puzzelkoning Ton, die mijn ruwe teksten vakkundig uit de grondverf heeft gehaald en ze van een schitterende glanslaag heeft voorzien. Want zó hebben we het deze keer gedaan. Ik het ruwe werk,en hij die er echt iets moois van maakt, haha.
Het fraaiste moment voor ons beiden is echter als onze vocale kannonnen met ons werk aan de slag gaan. Dán gaan onze liedjes pas echt leven. Wat bén ik blij dat we onze Edward weer vast in de gelederen hebben, en wat is Cindy, die op de nieuwe plaat ongeveer de helft van leadvocals voor haar rekening neemt, toch een parel aan de Kayakkroon. Kippenvel, als je die twee hoort zingen. Voeg daarbij de verrassende bijdragen van onze altijd inzetbare superjoker Rob Vunderink en dan heb je een vocaal trio bij elkaar waar niemand in Nederland tegenop kan. En, de band? Die is nog nooit zo goed geweest. Wat zijn we toch spekkopers dat we met deze mensen mogen werken.
Wij zitten nu nog ondergedoken in de ABT-studio om begin januari boven water te komen en naar lucht te happen met ons meest eigenzinnige en veelzijdige album ooit, ‘Coming up for air’. Ik heb er een supergoed gevoel over en ben er enorm blij mee, hopelijk jullie ook...
Irene